Tijdschrift Minerva volume 6 nummer 2 maart 2007




Systematische reviews en meta-analyses: een inleiding

Pagina 18 - 18 

Chevalier P., van Driel M., Vermeire E.  


Hypolipemiërende middelen: verschil in effectiviteit tussen patiënten met of zonder diabetes?

Pagina 19 - 21 

Chevalier P., van Driel M.  

De auteurs van deze meta-analyse besluiten dat een hypolipemiërende behandeling, in het bijzonder statines, het cardiovasculaire risico significant doet dalen zowel bij diabetici als bij niet-diabetici. Het voordeel is groter bij type 2-diabetici. In secundaire preventie is de indicatie voor een hypolipemiërende behandeling bij zowel diabetici als niet-diabetici voldoende onderbouwd. In primaire preventie echter is het absolute risicoverschil niet statistisch significant en hangt de winst af van het cardiovasculaire risico van de patiënt. Op basis van deze meta-analyse zijn er dus geen argumenten om aan te nemen dat er in primaire preventie voor diabetici en niet-diabetici een verschil zou zijn in doeltreffendheid van een hypolipemiërende behandeling. Bij het voorschrijven van een statine moet men rekening houden met het risico van potentieel ernstige ongewenste effecten.


Insuline glargine of rosiglitazon toevoegen als combinatietherapie faalt bij type 2-diabetici?

Pagina 21 - 23 

Nobels F.  

Deze studie bij relatief jonge, zwaarlijvige type 2-diabetici toont aan dat er geen verschil is in glykemiecontrole tussen insuline glargine en rosiglitazon, toegevoegd aan een falende behandeling met metformine en een hypoglykemiërend sulfamide. De glitazonen kunnen hartfalen uitlokken en gegevens over veiligheid van rosiglitazon en insuline glargine op lange termijn ontbreken. Op basis van deze studie kan daarom geen wetenschappelijk onderbouwde keuze worden gemaakt. Omwille van de praktische voordelen voor de patiënt kunnen we kiezen voor insuline. NPH-insuline geniet de voorkeur omwille van de lange ervaring en de lagere prijs.


Snelwerkende insulineanalogen bij diabetes

Pagina 24 - 25 

Van de Casteele M.  

Deze Cochrane review en een andere overzichtsstudie (4) besluiten dat er geen klinisch relevant verschil is in glykemiecontrole of ongewenste effecten tussen snelwerkende insulineanalogen en humane insulines. Het enige voordeel van de ultrasnelwerkende insulineanalogen is het gebruiksgemak voor de patiënt (toediening rond het moment van de maaltijd). Gegevens over werkzaamheid en veiligheid op lange termijn ontbreken momenteel.


Vergemakkelijkt medicamenteuze behandeling de passage van ureterstenen?

Pagina 26 - 27 

Chevalier P.  

Deze meta-analyse toont aan dat bij jongere volwassenen (gemiddelde leeftijd 35 tot 45 jaar) met een uretersteen hoofdzakelijk in het distale 1/3 van de ureter, bij wie een invasieve interventie niet geïndiceerd is, een calciumantagonist (nifedipine) of een alfa-blokker (vooral tamsulosine) vaker en dikwijls ook sneller leidt tot evacuatie van de steen. Deze conclusie is gebaseerd op studies met kleine aantallen patiënten en dient daarom in verder onderzoek met grotere groepen patiënten bevestigd te worden.


Vitamine B12 oraal of intramusculair toedienen?

Pagina 28 - 29 

Chevalier P.  

In deze systematische review van slechts twee studies bij 108 personen met een vitamine B-12-tekort is vitamine B-12 per os even effectief als intramusculaire toediening op hematologische en neurologische uitkomsten. De bewijskracht is echter zeer zwak. Meer onderzoek is nodig om te bepalen welke patiënten (bijvoorbeeld met malabsorptie) baat kunnen hebben bij de orale behandeling.


Waarde van funduscopie bij hypertensie

Pagina 29 - 31 

De Cort P.  

Deze systematische review toont aan dat het uitvoeren van een funduscopie in het kader van de op puntstelling van de hypertensiepatiënt geen meerwaarde heeft. De interobservervariatie is te groot en de aantonende en uitsluitende kracht zijn te laag. Bovendien beïnvloedt het resultaat van een funduscopisch onderzoek het verloop van de behandeling niet.


Welke kinderen met OMA hebben baat bij antibiotica?

Pagina 32 - 33 

Chevalier P.  

Deze meta-analyse toont aan dat antibiotica effectief zijn op vlak van pijn en koorts bij kinderen jonger dan twee jaar met een bilaterale otitis media acuta of bij kinderen van 0 tot 12 jaar met een OMA met otorree. Het is niet bewezen dat een behandeling met antibiotica (eerder zeldzame) complicaties kan voorkomen.