Resultaat van de auteur


Kos D.
Daphne Kos, KU Leuven en Nationaal MS Center Melsbroek
3 artikel(s) - 0 bondige bespreking(en)


Deze Chinese open-label gerandomiseerde gecontroleerde studie met geblindeerde effectbeoordelaars toont aan dat een programma van visuele kunstexpressie gecombineerd met verhalen vertellen (storytelling) bij oudere personen met milde cognitieve achteruitgang (MCI) niet leidt tot een verbetering van het globale cognitieve functioneren in vergelijking met puzzelactiviteiten in groep. Er is wel een verbetering ten opzichte van gebruikelijke activiteiten (zonder bijkomende interventie), zowel voor wat betreft algemeen cognitief functioneren, als bepaalde specifieke cognitieve functies (kortetermijngeheugen, aandacht, executieve functies en taal), depressie en angst, zowel op korte als lange termijn (6 maanden na interventie). De klinische relevantie van deze resultaten zijn niet duidelijk. Correct opgezette studies in Westerse populaties die kijken naar een klinisch relevant effect van kunst en storytelling, zowel in combinatie als afzonderlijk, zijn nodig.

Dosis-responsrelatie tussen fysieke activiteit en risico van depressie

Kos D.

Minerva 2022 Vol 21 nummer 10 pagina 242 - 245


Deze methodologisch correct uitgevoerde systematische review en meta-analyse van prospectieve cohortstudies suggereert een statistisch significante afname van depressie en depressieve symptomen met toenemend volume van fysieke activiteit tot het bereiken van het aanbevolen activiteitsniveau van 8,8 mMET-u/wk bereikt is. Deze meta-analyse houdt echter geen rekening met de methodologische kwaliteit van de geïncludeerde studies, geeft geen inzicht in de causaliteit van de relatie tussen fysieke activiteit en depressie, noch in mogelijke confounders zoals sociaal contact en andere contextuele factoren.

Deze correct uitgevoerde pragmatische open-label gerandomiseerde gecontroleerde studie toont aan dat een aangepast en uitgebreid pakket van ondersteunende technologie en telezorg in vergelijking met een kleiner pakket aan ondersteunende maatregelen geen effect heeft op veiliger en langer zelfstandig thuis wonen van ouderen met dementie. De interventie was evenmin kosteneffectief en er kon geen ontlasting van de mantelzorger worden vastgesteld. In sommige situaties had de interventie een negatieve invloed op het leven van de persoon met dementie. Er was weinig correlatie tussen de gemeten zorgbehoefte en de effectief geplaatste technologie.