Resultaat van de auteur


Declercq T.
huisarts ; Vakgroep Huisartsgeneeskunde en Eerstelijnsgezondheidszorg, UGent
15 artikel(s) - 7 bondige bespreking(en)


Deze methodologisch correct uitgevoerde netwerk meta-analyse geeft aan dat de klinische effectiviteit van niet-medicamenteuze behandelingen doorgaans sterker is dan deze van medicamenteuze behandelingen bij de aanpak van agressie en agitatie bij demente personen.

Helpt muziek luisteren bij slapeloosheid?

Declercq T. , Poelman T.

Minerva 2017 Vol 16 nummer 6 pagina 146 - 149


Deze systematische review en meta-analyse toont aan dat muziek luisteren de subjectieve slaapkwaliteit verbetert bij personen met uiteenlopende slaapproblemen. Het effect van de behandeling op objectieve parameters van slaapkwaliteit, op dagelijks functioneren en levenskwaliteit is niet duidelijk. Studies van hogere kwaliteit met een langere opvolging van slaapkwaliteit en dagelijks functioneren bij personen met een klinische diagnose van (primaire) slaapstoornis zijn noodzakelijk.

In deze open-label gerandomiseerde gecontroleerde studie bij volwassen patiënten met majeure depressie in de eerste lijn blijkt gedragsactivatie, aangeboden door hulpverleners zonder uitgebreide therapeutische training, even effectief en kosteneffectief te zijn als cognitieve gedragstherapie aangeboden door professionele psychotherapeuten.

Deze cluster gerandomiseerde studie in woonzorgcentra bij patiënten met dementie en probleemgedrag toont aan dat het gecombineerde gebruik van een farmacologische review en het aanbieden van een niet-farmacologische aanpak, zoals verbetering van sociale interactie én aanbieden van betekenisvolle activiteiten (BAM), niet alleen het gebruik van antipsychotica reduceert maar ook de mortaliteit doet dalen en het gedrag verbetert.

Deze methodologisch correct opgezette RCT toont aan dat een vereenvoudigde vorm van cognitieve gedragstherapie met toepassen van slaaprestrictie in de eerste lijn na 6 maanden tot een statistisch significant grotere verbetering van slaapkwaliteit leidt dan alleen slaapadvies. De klinische relevantie van het effect, alsook de duurzaamheid en de generaliseerbaarheid is echter onduidelijk.

Uit dit uitgebreid retrospectief observationeel onderzoek kunnen we besluiten dat het absolute mortaliteitsrisico van zowel typische als atypische antipsychotica bij ouderen met dementie groter is in vergelijking met geen behandeling of een behandeling met antidepressiva. Bovendien bleek het mortaliteitsrisico dosisafhankelijk te zijn voor atypische antipsychotica.

Acupunctuur en counseling voor de aanpak van depressie in de eerste lijn

Declercq T. , Poelman T.

Minerva 2014 Vol 13 nummer 8 pagina 101 - 102


Voor patiënten met aanhoudende matige tot ernstige depressieve klachten ondanks gebruikelijke zorg (waaronder antidepressiva) kan acupunctuur of counseling op korte termijn een bijkomende verbetering van de depressieve symptomen geven.

Uit deze nauwkeurig opgezette grote case-cross-over studie blijkt dat de niet-benzodiazepine slaapmedicatie of de zogenaamde z-drugs naar analogie met de klassieke benzodiazepines het risico op heupfracturen bij ouderen in een rusthuis verhogen.

Deze studie toont aan dat het laattijdig in plaats van vroegtijdig starten van psychostimulantia bij kinderen tussen 9 en 12 jaar gepaard gaat met een schoolse achteruitgang. Het studie-opzet maakt het echter onmogelijk te beoordelen of er een causaal verband bestaat tussen medicamenteuze behandeling van ADHD en voorkomen van schoolse achteruitgang.

Deze retrospectieve studie toont aan dat het gebruik van SSRI’s of andere (recente) antidepressiva bij ouderen met meer ongewenste effecten geassocieerd zijn in vergelijking met klassieke TCA’s (met uitzondering van meer ongewenste effecten met trazodon).

Zijn antidepressiva en benzodiazepines effectief voor de behandeling van mineure depressie?

Declercq T. , Poelman T.

Minerva 2011 Vol 10 nummer 7 pagina 84 - 85


Deze studie kan niet aantonen dat er een klinisch relevant voordeel bestaat voor antidepressiva ten opzichte van placebo voor de aanpak van patiënten met een mineure depressie, waarvan de klinische entiteit in deze publicatie slecht gedefinieerd is. Over het gebruik van benzodiazepines bij mineure depressie kunnen we vooralsnog geen uitspraak doen, gezien geen enkel onderzoek beschikbaar is.

Individuele cognitieve gedragstherapie voor ouderen met depressie in de eerste lijn

Declercq T. , Poelman T.

Minerva 2010 Vol 9 nummer 6 pagina 70 - 71


Deze studie toont aan dat cognitieve gedragstherapie bij ouderen met depressie in de eerste lijn effectiever is dan ‘gewoon praten’. Er is echter geen bewijs van een klinisch relevant effect in vergelijking met ‘usual care’. Het effect van cognitieve gedragstherapie op depressie werd bovendien gemeten met een voor ouderen minder geschikte schaal. De plaats van cognitieve gedragstherapie als behandeling van depressie bij ouderen blijft dus ook na deze studie onduidelijk.

Een stapsgewijs zorgmodel voor preventie van angst en depressie op oudere leeftijd

Declercq T. , Poelman T.

Minerva 2009 Vol 8 nummer 9 pagina 132 - 133


Deze studie besluit dat het aanbieden van een stapsgewijs interventiemodel in de eerste lijn ter preventie van depressie en angststoornissen effectief is bij ouderen met symptomen van angst of depressiviteit nog onder de diagnostische drempel. Ze laat echter niet toe om te beoordelen of bepaalde onderdelen van deze complexe interventie meer effectief zijn, of de effecten op lange termijn standhouden en of de interventie kosteneffectief is.

Wat is het langetermijneffect van een behandeling van ADHD?

Declercq T. , Poelman T.

Minerva 2008 Vol 7 nummer 8 pagina 122 - 123


Uit de literatuur blijkt dat geneesmiddelen een belangrijke hoeksteen vormen in de behandeling van kinderen met vooral ernstigere vormen van ADHD. Deze studie besluit dat de winst van een intensieve medicamenteuze aanpak ten opzichte van andere behandelingsstrategieën, bekomen na 14 maanden, verdwijnt na 36 maanden opvolging. Door het ontbreken van een placebogroep en omwille van andere methodologische tekortkomingen kunnen we echter geen definitieve besluiten trekken over het langetermijneffect van een medicamenteuze behandeling. Het voordeel van een intensieve medicamenteuze behandeling is bewezen op korte termijn. De winst en de veiligheid van een dergelijke therapie op middellange en lange termijn moeten nog worden aangetoond.

Sedativa bij bejaarden met insomnia

Declercq T. , Habraken H.

Minerva 2006 Vol 5 nummer 7 pagina 114 - 116


Deze meta-analyse toont aan dat het kortdurend gebruik van hypno-tica bij ouderen een statistisch significante winst in hun slaap oplevert, maar dat de klinische relevantie van deze winst twijfelachtig is. Het bescheiden effect weegt niet op tegen het risico van ongewenste effecten. Bij zestigplussers is extra voorzichtigheid geboden vanwege een verhoogd risico op vallen en cognitieve stoornissen. Slaapmiddelen zijn ook bij ouderen enkel aangewezen bij acute ernstige slapeloosheid, in lage dosis en voor maximaal één week. In alle andere gevallen wordt een niet-medicamenteuze aanpak aangeraden.

Breken bejaarden die benzodiazepines gebruiken vaker hun heup?

Declercq T.

Minerva 2002 Vol 31 nummer 3 pagina 152 - 154


Hoewel in deze case-control studie alleen voor lorazepamgebruik een verband wordt gevonden met het optreden van heupfracturen bij bejaarden, kan echter niet worden geconcludeerd dat de andere benzodiazepines derhalve ’veilig‘ zijn. Alleen experimenteel onderzoek (RCT) kan hierover uitsluitsel geven. Daarom is het aanbevolen om bij ouderen zo weinig mogelijk en slechts voor een korte periode benzodiazepines voor te schrijven.

Obstipatie bij ouderen: hoe te behandelen?

Declercq T.

Minerva 2001 Vol 30 nummer 9 pagina 429 - 430


Wegens gebrek aan goed onderbouwde studies kan er geen wetenschappelijk gefundeerde keuze worden gemaakt in de aanpak van obstipatie bij bejaarden. Bovenstaande studie adviseert daarom een empirische aanpak waarbij niet-medicamenteuze middelen en de voorkeur voor goedkope producten centraal staan.

Opsporen van slaapapnoesyndroom

Declercq T.

Minerva 2000 Vol 29 nummer 10 pagina 460 - 461

Plots stoppen van fluoxetine

Declercq T.

Minerva 2000 Vol 29 nummer 3 pagina 162 - 163

SSRI's en gastro-intestinale bloedingen

Declercq T.

Minerva 2000 Vol 29 nummer 3 pagina 163 - 164

Benzodiazepines in het verkeer

Declercq T.

Minerva 2000 Vol 29 nummer 3 pagina 164 - 165

De behandeling van slapeloosheid bij ouderen

Declercq T.

Minerva 2000 Vol 29 nummer 1 pagina 70 - 70