Resultaat van de auteur


Laekeman G.
em. Klinische Farmacologie en Farmacotherapie, KU Leuven
47 artikel(s) - 33 bondige bespreking(en)

Het nut van vitamine D en omega 3-vetzuren bij auto-immuunziekten?

Laekeman G.

Minerva 2024 Vol 23 nummer 2 pagina 30 - 33


Deze methodologisch correct uitgevoerde dubbelblinde gerandomiseerde placebogecontroleerde studie met 2x2-factorieel opzet wijst op een statistisch significante gedaalde incidentie van auto-immuunziekten met vitamine D-suppletie al dan niet aangevuld met omega 3-vetzuren bij volwassenen na een follow-up van minstens 5 jaar. De klinische relevantie van dit effect is echter nog onduidelijk.

Toegevoegde waarde van de apotheker bij de aanpak van polymedicatie in de eerstelijnszorg

Claus B. , Laekeman G.

Minerva 2023 Vol 22 nummer 6 pagina 142 - 146


Deze methodologisch correct uitgevoerde narratieve systematische review van gecontroleerde studies toont aan dat geïntegreerde zorg van apotheker en huisarts vergeleken met standaardzorg zonder directe betrokkenheid van de apotheker het aantal onaangepaste voorschriften en het totale aantal voorschriften bij gepolymediceerde patiënten doet dalen (matige graad van evidentie). De grote heterogeniteit van uitkomstmaten maakt het onmogelijk om sluitende conclusies te trekken over levenskwaliteit, vermeden ongewenste effecten en kosten.

Deze dubbelblinde gerandomiseerde placebogecontroleerde vervolgstudie toont aan dat suppletie met vitamine C (500 mg/d) vanaf de 18de week van de zwangerschap bij rokende moeders (4 tot 10 sigaretten per dag de week voorafgaand aan de inclusie) de longfunctie positief beïnvloedt en de kans op wheezing reduceert bij kinderen 5 jaar na de geboorte. In tegenstelling tot de vermindering van wheezing is de klinische relevantie van de verbetering in longfunctie minder duidelijk.

Een aspirientje tegen covid?

Laekeman G.

Minerva 21 10 2022


Deze systematische review en meta-analyse toont aan dat aspirine het risico van overlijden vermindert bij patiënten met covid-19, zonder het risico van bloedingen te verhogen. Door het hoge risico van selectiebias en het retrospectieve karakter van de meeste observationele studies, alsook door de hoge statistische heterogeniteit tussen de studies en het mogelijke risico van publicatiebias, is de sterkte van het bewijs respectievelijk laag en zeer laag volgens GRADE. Bovendien zijn de studies ook klinisch sterk heterogeen waardoor de resultaten niet geëxtrapoleerd kunnen worden.

Topisch gebruik van tocoferolacetaat versus nitroglycerine voor chronische anale fissuren

Laekeman G.

Minerva 2022 Vol 21 nummer 8 pagina 195 - 198


Deze open-label gerandomiseerde gecontroleerde studie met blindering van de effectbeoordelaars toont aan dat lokaal tocoferolacetaat ten opzichte van nitroglycerinezalf bij patiënten met chronische anale fissuren leidt tot meer pijnverlichting en heling. De grote uitval van patiënten behandeld met nitroglycerine speelt in het voordeel van tocoferolacetaat in deze relatief kleinschalige studie. Alhoewel zich momenteel praktische problemen stellen bij het anaal gebruik van tocoferolacetaat, openen de resultaten van deze studie mogelijkheden voor verder klinisch en galenisch onderzoek.

Pijn stillen met opioïden: management gewenst!

Laekeman G.

Minerva 2022 Vol 21 nummer 6 pagina 113 - 114


Gecontroleerde therapie en afbouw van opioïden op het terrein staat of valt met een transparante samenwerking tussen patiënt, arts en apotheker. In afwachting van de verdere uitwerking en implementatie van faciliterende instrumenten blijft het beheersen van de problematiek een bijna onoverkomelijke zorg.

Het nut van opiaatagonisten bij opioïdverslaving?

Laekeman G.

Minerva 2022 Vol 21 nummer 6 pagina 115 - 118


Deze systematische review en meta-analyse van 15 RCT’s en 36 cohortstudies toont aan dat patiënten met een opioïdverslaving een lager risico hebben op globale mortaliteit en mortaliteit door specifieke oorzaken (zoals ongevallen en zelfmoord) wanneer ze in behandeling zijn met buprenorfine of methadon. Meer onderzoek is nodig over de invloed van bepaalde patiëntkarakteristieken (zoals comorbiditeit) en de zorgcontext (zoals een professionele multidisciplinaire aanpak) op deze gunstige resultaten.

Gemberwortel werkzaam bij migraine?

Laekeman G. , Poelman T.

Minerva 18 03 2022


Deze systematische review en meta-analyse van slechts drie kleinschalige klinisch heterogene studies van onduidelijke methodologische kwaliteit toont aan dat gember de pijn binnen een tijdsinterval van twee uur statistisch significant vermindert ten opzichte van placebo bij patiënten met een aanval van migraine. De klinische relevantie van dit verschil is echter onduidelijk. Er is geen statistisch significant verschil tussen gember en placebo voor wat betreft de frequentie van migraineaanvallen. De gemberpreparaten zijn bovendien te weinig concreet gedefinieerd, wat extrapolatie naar de praktijk bemoeilijkt.

Uit deze methodologisch correct opgezette multicenter dubbelblinde RCT met factorieel opzet blijkt dat vitamine D3, omega-3-vetzuren en spierversterkende oefeningen alleen of gecombineerd na 3 jaar geen effect hebben op systolische en diastolische bloeddruk, fysiek prestatievermogen, cognitieve functies, incidentie van niet-vertebrale fracturen en infecties bij gezonde ouderen van 70 jaar en ouder.

Curcuma als behandeling voor knieartrose?

Laekeman G.

Minerva 01 07 2021


In deze methodologisch correct uitgevoerde dubbelblinde gerandomiseerde gecontroleerde studie met een beperkt aantal patiënten bleek een preparaat met Curcuma longa wortel na drie maanden werkzamer te zijn dan placebo om pijn bij artrose van de knie te verminderen. De klinische relevantie van het pijnstillend effect is echter sterk twijfelachtig. Uitgebreider klinisch onderzoek met duidelijk gedefinieerde preparaten is noodzakelijk om de plaats van Curcuma longa in de behandeling van artrose te bepalen.

Deze methodologisch correct opgezette gerandomiseerde dubbelblinde gecontroleerde studie toont aan dat het toevoegen van olanzapine aan een anti-emetische triple therapie bij emetogene chemotherapie nausea meer onderdrukt dan placebo. Een gelijkaardige studie toont aan dat 5 mg olanzapine een gelijkaardig effect heeft als 10 mg olanzapine maar gepaard gaat met minder sedatie op dag 2. Bijkomend onderzoek is nodig om te beoordelen of de extra anti-emetogene werking van olanzapine blijft bestaan over meerdere cycli.

Met vitamine D lagere mortaliteit door kanker?

Laekeman G.

Minerva 16 10 2020


Deze goed uitgevoerde systematische review en meta-analyse toont aan dat inname van vitamine D3 de totale mortaliteit niet beïnvloedt. Inname van vitamine D3 bleek op korte termijn wel de mortaliteit door kanker te doen dalen. De effectgrootte was echter gering en andere studies met kankermortaliteit als primaire uitkomstmaat en een voldoende lange follow-up zijn nodig om dit resultaat te bevestigen.

Uit deze systematische review en meta-analyse van drie methodologisch correct uitgevoerde RCT’s bij patiënten met COPD kunnen we besluiten dat het systematisch toedienen van vitamine D het aantal matige tot ernstige exacerbaties niet deed afnemen ten opzichte van placebo. In een kleine subgroep van patiënten met een 25-hydroxyvitamine D-serumspiegel <25 nmol/l zag men wel een statistisch significante daling van de incidentie van matige tot ernstige COPD-opstoten versus placebo. Verder correct uitgevoerd gerandomiseerd gecontroleerd onderzoek met stratificatie volgens de 25-hydroxyvitamine D-serumspiegel en hierbij een grote groep personen met een 25-hydroxyvitamine D-serumspiegel <25 nmol/l, is nodig om deze bevinding te bevestigen.

Ontstekingsremmende middelen tegen depressie

Laekeman G.

Minerva 15 05 2020


Deze systematische review en meta-analyse van heterogene kleine RCT’s toont aan dat ontstekingsremmende middelen zoals NSAID’s, omega-3-onverzadigde vetzuren, statines en minocycline in vergelijking met placebo depressieve symptomen statistisch significant doen afnemen bij volwassenen met een majeure depressie. Het is nog onduidelijk in hoeverre het resultaat ook klinisch relevant is en op lange termijn zal aanhouden.

In deze narratieve systematische review toonden 3 RCT’s met korte follow-up en hoog risico van bias voor verschillende domeinen een effect van therapietrouw bevorderende interventies, zowel op therapietrouw als op klinische uitkomsten, bij patiënten met een atherosclerotische cardiovasculaire voorgeschiedenis. Het ging om een sms-berichtje dat moest herinneren aan het volgende moment van geneesmiddeleninname, een vaste combinatie van meerdere geneesmiddelen in één pil en een opvolging door professionele gezondheidswerkers.

Deze methodologisch correct uitgevoerde systematische review van gerandomiseerde gecontroleerde studies met een meestal onduidelijk risico op bias voor verschillende domeinen toont aan dat fosfodiësterase type 5-inhibitoren op korte termijn (maximaal 12 weken) de symptomen van benigne prostaathyperplasie op een klinisch niet relevante manier milderen ten opzichte van placebo maar niet ten opzichte van alfablokkers.

Droperidol bij agressie of agitatie ten gevolge van psychose

Desplenter F. , Bervoets C. , Laekeman G.

Minerva 2019 Vol 18 nummer 8 pagina 94 - 97


Deze systematische review en meta-analyse kan op basis van 6 geïncludeerde RCT’s van matige tot sterke methodologische kwaliteit aantonen dat de parenterale toediening van droperidol in vergelijking met placebo, haloperidol, olanzapine en midazolam, effectief en veilig is om psychotische patiënten met agressie of agitatie binnen 30 minuten te kalmeren en te sederen.

Op basis van deze systematische review en meta-analyse van 6 RCT’s kunnen we besluiten dat noch inhalatie van salbutamol+ipratropiumbromide, fluticason of budesonide, noch orale inname van montelukast of codeïne een klinisch relevant voordeel opleveren ten opzichte van placebo bij patiënten die langer dan 2 weken hoesten.

Deze 3 systematische reviews en meta-analyses van de Cochrane Collaboration tonen aan dat een verhoogde inname van PUFA’s (met of bij de voeding) geen invloed heeft op globale en cardiovasculaire mortaliteit, noch op cardiovasculaire en cerebrovasculaire gebeurtenissen. De studies waren zeer heterogeen op vlak van studiepopulatie en studieopzet.

Hoe optimaal ijzertabletten innemen?

Laekeman G.

Minerva 17 12 2018


Deze publicatie van 2 open-label gerandomiseeerde gecontroleerde studies bij vrouwen met een matig ijzertekort suggereert dat één dagdosis Fe-supplement om de 2 dagen beter wordt opgenomen dan een dagelijkse inname van 2 dagdosissen. Deze farmacokinetische resultaten moeten worden bevestigd in een studie met klinische uitkomstmaten bij matig en ernstig anemische patiënten.

Uit deze goed uitgevoerde systematische review met meta-analyse van 3 RCT’s blijkt dat zuigtabletten met de combinatie amylmetacresol/2,4-dichlorobenzylalcohol 2 uur na gebruik statistisch significant meer pijnreductie geven dan placebotabletten bij patiënten met acute keelpijn als gevolg van een bovenste luchtweginfectie. De klinische relevantie van dit effect in vergelijking met andere pijnstillende lokale en orale middelen tijdens het verloop van een ziekte-episode met keelpijn blijft onduidelijk.

Deze degelijk uitgevoerde cohortstudie suggereert een gunstig effect van graanvezels (ontbijtgranen, brood, pasta, rijst) op totale mortaliteit en mortaliteit door colonkanker bij patiënten na de diagnose van niet-gemetastaseerd colorectaal carcinoom.

Kunstmatige zoetstoffen op lange termijn schadelijk voor hart en metabolisme?

Laekeman G.

Minerva 2018 Vol 17 nummer 4 pagina 48 - 51


Deze methodologisch correct uitgevoerde systematische review van zowel gerandomiseerde gecontroleerde studies als van cohortstudies toont aan dat het dagelijks gebruik van kunstmatige zoetstoffen niet leidt tot gewichtsverlies of het verminderen van de incidentie van metabool syndroom, type 2-diabetes, hypertensie en cardiovasculaire gebeurtenissen. Cohortstudies suggereren zelfs een negatieve invloed op metabole en cardiale effecten. De resultaten moeten echter kritisch geïnterpreteerd worden wegens de grote heterogeniteit in substanties en frequentie van gebruik.

Uit deze systematische review van de Cochrane Collaboration kunnen we besluiten dat interventies om therapietrouw voor hypolipemiërende middelen te bevorderen tegenstrijdige resultaten opleveren op het vlak van therapietrouw en LDL-cholesterolverlaging.

Gestandaardiseerde huidverzorgingsschema’s voor droge huid bij bejaarden

Laekeman G. , Claus B.

Minerva 2017 Vol 16 nummer 8 pagina 200 - 203


Deze open label studie met geblindeerde uitkomstevaluatie toont aan dat een gestandaardiseerd huidverzorgingsschema met hydraterende preparaten gedurende 8 weken de huid minder droog maakt in vergelijking met een gebruikelijke huidverzorging bij RVT-bewoners. De klinische relevantie van dit effect is echter minder duidelijk. Op basis van deze studie kunnen we evenmin een uitspraak doen over de voor- en nadelen van de gebruikte hydratatieproducten.

Voorkomt men acute luchtweginfecties met vitamine D-supplementen?

Laekeman G.

Minerva 2017 Vol 16 nummer 6 pagina 154 - 157


Deze systematische review en meta-analyse op basis van individuele patiëntgegevens toont aan dat vitamine D-supplementen acute luchtweginfecties kunnen voorkomen. Patiënten met ernstige vitamine D-deficiëntie en patiënten die een dagelijkse of wekelijkse dosis krijgen zonder bolusdosis, blijken het grootste voordeel te hebben. Over de grootte van het effect in andere subgroepen kunnen we op basis van deze studie geen uitspraken doen.

Uit deze methodologisch correct uitgevoerde systematische review kunnen we besluiten dat bij volwassenen met een verkoudheid H1-antihistaminica een beperkt statistisch significant effect hebben op de algemene symptomen tijdens de eerste twee dagen maar niet op middellange of lange termijn. Alleen met sederende antihistaminica was er een beperkt statistisch significant effect op neusloop en niezen. De klinische relevantie van deze resultaten is echter niet duidelijk en extrapolatie naar de in België vaker gebruikte combinatiepreparaten is niet mogelijk. Er is geen evidentie over doeltreffendheid en veiligheid van deze geneesmiddelen bij kinderen.

Nut van multivitaminen en -mineralen tijdens de zwangerschap?

Laekeman G.

Minerva 2016 Vol 15 nummer 10 pagina 262 - 265


Deze systematische review en meta-analyse van goede methodologische kwaliteit toont aan dat een preparaat met minstens drie micronutriënten (waaronder ook ijzer en foliumzuur) ten opzichte van supplementen met ijzer (en foliumzuur) alleen het risico op een te laag geboortegewicht, een te kleine geboortelengte en doodgeboorte verlaagt bij zwangere vrouwen in ontwikkelingslanden.

Therapietrouw: mens en techniek

Laekeman G.

Minerva 2016 Vol 15 nummer 6 pagina 134 - 135


Deze goed opgezette dubbelblinde RCT besluit dat glucosamine + chondroïtine (respectievelijk 400 + 500 mg driemaal per dag) niet inferieur is aan celecoxib (200 mg per dag) bij patiënten met radiologisch bevestigde en ernstig pijnlijke gonartrose. Door de keuze van de comparator (celecoxib) en de keuze voor glucosamine en chondroïtine in combinatie- in plaats van in monotherapie kunnen we de resultaten van deze studie klinisch niet interpreteren.

Uit deze enkelblinde RCT met belangrijke methodologische tekortkomingen kunnen we besluiten dat het inzetten van de apotheker als verstrekker van geïntensifieerde gestructureerde zorg bij COPD-patiënten leidt tot een correcter gebruik van inhalatiemedicatie, meer therapietrouw en mogelijk ook tot minder hospitalisatie omwille van exacerbaties.

Uit deze studie blijkt dat een uitgebreide door de apotheker uitgevoerde interventie om therapietrouw bij patiënten met hypertensie te bevorderen (waaronder thuisbloeddrukmeting) leidt tot een toename in zelfgerapporteerde therapietrouw voor antihypertensiva. Deze toename was echter statistisch niet significant verschillend met een groep patiënten die de gewone zorg kreeg. Mogelijks is dit het gevolg van te weinig power. De daling in systolische bloeddruk was wel statistisch significant groter in de interventiegroep.

EMA maakt klinisch onderzoek transparanter

Laekeman G. , De Nys K.

Minerva 2015 Vol 14 nummer 8 pagina 91 - 91


Uit deze studie kunnen we besluiten dat strikte behandeling van hypertensie bij zwangere vrouwen met een gemiddelde bloeddruk van 140/92 mmHg niet leidt tot minder verlies van de foetus en evenmin tot minder postnatale complicaties bij de pasgeborenen. De huidige richtlijnen hierover blijven dus geldig.

Op weg naar de elektronische sigaret?

Laekeman G.

Minerva 2015 Vol 14 nummer 4 pagina 42 - 43


Er is voorlopig nog onvoldoende bewijs dat nicotinehoudende e-sigaretten tot meer rookstop leiden dan placebo-e-sigaretten en nicotinepleisters.

Vermindert ginseng kankergerelateerde vermoeidheid?

Laekeman G.

Minerva 2014 Vol 13 nummer 10 pagina 119 - 120


Uit deze methodologisch correct uitgevoerde RCT blijkt dat dagelijks gebruik van 2 000 mg Amerikaanse ginseng in vergelijking met placebo op korte termijn (na 4 en 8 weken) de vermoeidheid vermindert bij kankerpatiënten onder actieve antitumorale behandeling. De klinische relevantie van het verschil is echter beperkt en de opvolging van de studie was te kort.

Bij patiënten met een luchtweginfectie heeft het gebruik van ibuprofen of de combinatie van ibuprofen + paracetamol geen meerwaarde boven het gebruik van paracetamol in monotherapie. Deze patiënten zijn evenmin gebaat met gebruik van stoominhalatie, noch met schematisch in de plaats van symptomatisch gebruik van analgetica.

Serenoa repens voor benigne prostaathyperplasie

Laekeman G.

Minerva 2014 Vol 13 nummer 6 pagina 69 - 70


Deze systematische review van de Cochrane Collaboration besluit dat Serenoa repens niet werkzaam is voor de behandeling van lage urinewegsymptomen bij benigne prostaathyperplasie. Op basis van deze studie is het echter niet duidelijk of dit geldt voor alle extracten van Serenoa repens. Om hierover uitsluitsel te kunnen geven zijn degelijke klinische studies van lange duur nodig, waarin gestandaardiseerde extracten van Serenoa repens vergeleken worden met placebo of een actieve comparator.

Eerstelijnszorgmanagement voor depressie bij ouderen

Foulon V. , Laekeman G. , Liekens S.

Minerva 2014 Vol 13 nummer 6 pagina 67 - 68


Deze studie tracht aan te tonen dat ondersteuning van de huisarts met extra middelen om ouderen met majeure depressie in de huisartspraktijk volgens de richtlijnen op te volgen, de mortaliteit ten opzichte van gebruikelijke zorg verlaagt. Het is niet duidelijk of de steekproefgrootte groot genoeg was om op een correcte manier een verschil in mortaliteit aan te tonen. Het is evenmin duidelijk welk deel van de interventie het meeste impact had op het resultaat.

Calcium en mortaliteit bij vrouwen

Laekeman G.

Minerva 15 05 2014


Deze grote cohortstudie toont een verband aan tussen de inname van meer dan 1 400 mg calcium per dag tijdens de voeding en een toename in globale mortaliteit en overlijden door cardiovasculaire ziekte of door ischemische hartziekte. Deze correlatie was groter wanneer er daarnaast ook calciumsupplementen werden ingenomen.

Minder verkoudheden met Echinacea purpurea?

Laekeman G.

Minerva 2013 Vol 12 nummer 10 pagina 121 - 122


In deze methodologisch correcte, dubbelblinde, gerandomiseerde studie bleek een dagelijkse inname gedurende 4 maanden van een specifieke bereiding met hoog alcoholgehalte (moedertinctuur) van Echinacea purpurea veilig te zijn voor de preventie van verkoudheden bij gezonde volwassenen. De resultaten op het vlak van preventie zijn echter niet consistent. Men zag een significante daling van het aantal ziektedagen door verkoudheden en van het gebruik van symptomatische geneesmiddelen, maar niet van het aantal episodes van verkoudheid.

Antidepressiva en het risico van QT-verlenging

Foulon V. , Laekeman G. , Vandael E.

Minerva 2013 Vol 12 nummer 10 pagina 127 - 128


Deze observationele studie toont een significante dosisgebonden verlenging aan van het QTc-interval met citalopram, escitalopram, amitriptyline en methadon. Voor andere antidepressiva kon er geen significante correlatie worden aangetoond. De klinische relevantie van deze QT-verlenging is echter nog onduidelijk. Gemiddeld genomen overschreed geen enkele dosis de als abnormaal beschouwde grens van 450 ms in lengte van het QTc-interval.

Minder hartfalen met matig koffieverbruik

Laekeman G.

Minerva 15 10 2013


Een meta-analyse van prospectieve cohortstudies suggereert dat de incidentie van hartfalen daalt bij matig (± vier tassen per dag) koffiegebruik.

Verkoudheden behandelen met zink

Laekeman G.

Minerva 28 06 2013


Deze meta-analyse van kleinschalige, zeer heterogene studies wijst op een mogelijk bescheiden effect van zinkacetaat om de duur van een verkoudheid bij volwassen patiënten te verkorten. Verder grootschalig onderzoek met deze subgroep is echter nodig om de grootte van het effect correct in te schatten.

De apotheker mindert medicatiefouten

Laekeman G.

Minerva 2013 Vol 12 nummer 4 pagina 43 - 44


Deze studie wijst op de rol van apothekers als begeleiders van een ingestelde therapie. Zij kunnen zich nuttig maken door preventief mogelijke complicaties door voorschrijven of door onvoldoende therapeutische monitoring door artsen, te signaleren via elektronische feedback en aan te vullen met mondeling overleg. Uit deze studie blijkt ook dat deze aanpak een extra kost met zich meebrengt.

Uit deze non-inferioriteits-RCT blijkt dat een profylactische orale behandeling met twee Lactobacilli-stammen, die niet als geneesmiddel geregistreerd zijn in België, minder werkzaam is dan de combinatie sulfamethoxazol-trimethoprim voor de preventie van recidiverende urineweginfecties bij postmenopauzale vrouwen. Het aantal gecompliceerde infecties en de resistentie tegen verschillende antibiotica lag duidelijk hoger in de antibioticagroep.

Placebo effect: de patiënt in de hoofdrol

Laekeman G.

Minerva 2012 Vol 11 nummer 8 pagina 92 - 92

Meer vezels, minder colonkanker

Laekeman G.

Minerva 28 09 2012


Deze studie toont aan dat de inname van vezels de kans op colonkanker vermindert. Enkel voor vezels onder de vorm van graanproducten was het effect statistisch significant. Deze studie onderbouwt het nut om patiënten aan te raden om dagelijks voldoende vezels in de voeding te voorzien: per extra dagelijkse portie van 10 g vezels (bij voorkeur graanvezels) vermindert de kans op colonkanker met ongeveer 10%.

Diabetespatiënten en zorgende apothekers

Laekeman G.

Minerva 28 08 2012


Deze studie met een beperkte methodologische kwaliteit besluit dat een interventie van de apotheker de glykemiecontrole positief kan beïnvloeden bij patiënten met type 2-diabetes. Het effect is echter gering en niet eenduidig. Langdurig onderzoek met voldoende oog voor het standpunt van de patiënt moet de duurzaamheid van dergelijke initiatieven aantonen.

Gedragsverandering bij de patiënt: rol van huisarts en apotheker

Chevalier P. , Laekeman G.

Minerva 2012 Vol 11 nummer 3 pagina 27 - 27

Minstens één antihypertensivum ’s avonds innemen?

Laekeman G.

Minerva 2012 Vol 11 nummer 1 pagina 6 - 7


Deze studie bij patiënten met goed gecontroleeerde type 2-diabetes en hypertensie zonder cardiovasculaire voorgeschiedenis, toont aan dat inname van minstens één antihypertensivum ’s avonds het aantal ernstige cardiovasculaire gebeurtenissen verlaagt. De studie laat echter niet toe om te bepalen welk antihypertensivum voor deze interventie in aanmerking komt.

Wat de patiënt kiest werkt beter...

Desplenter F. , Laekeman G.

Minerva 2011 Vol 10 nummer 9 pagina 105 - 105

Zalf smeren tegen hoesten?

Laekeman G.

Minerva 2011 Vol 10 nummer 5 pagina 60 - 61


Inwrijven van kinderen van 2 tot 11 jaar met klachten van een verkoudheid sinds meerdere dagen met de combinatie van kamfer, menthol en eucalyptus vluchtige olie in vaseline (Vicks Vaporub®) leidt in vergelijking met witte vaseline, tot één betere nachtrust, zowel bij de kinderen als bij hun ouders. Het gaat hier over een statistisch aantoonbaar effect, waarvan de klinische relevantie echter twijfelachtig is. Omwille van de irritatie van de huid, de neus en de ogen, kunnen we ons ernstige vragen stellen over de risico-batenverhouding van dit preparaat.

Handel en wandel van glucosamine en co.

Laekeman G. , Poelman T.

Minerva 28 03 2011


Ook deze netwerk meta-analyse kan geen klinisch relevant effect aantonen van glucosamine en/of chondroïtine voor de behandeling van knie-en heupartrose.

Informeren in plaats van voorschrijven?

Laekeman G.

Minerva 28 01 2011


Deze studie toont aan dat duidelijk instructief geschreven patiëntenmateriaal het aantal antibioticumvoorschriften kan halveren bij kinderen met vermoeden van een bovenste luchtweginfectie. Het gaat hierbij wel om een secundaire uitkomstmaat. Een significant effect op het aantal herconsultaties (primaire uitkomstmaat) kon niet aangetoond worden.

Combinatietherapie beter dan monotherapie bij rookstop?

Laekeman G. , Poelman T.

Minerva 25 11 2010


Deze studie met methodologische beperkingen toont aan dat een combinatietherapie van bupropion + nicotinezuigtabletten net als een combinatietherapie van nicotinepleisters + nicotinezuigtabletten leidt tot meer rookstop dan een monotherapie met bupropion of nicotinesubstitutie.

Acuut astma bij kinderen: kunnen ouders oraal prednisolon starten?

Chevalier P. , Laekeman G.

Minerva 2010 Vol 9 nummer 8 pagina 94 - 95


De resultaten van deze studie tonen aan dat een door de ouders gestarte behandeling met oraal prednisolon gedurende drie tot vijf dagen mogelijk een beperkt voordeel heeft bij kinderen tussen vijf en twaalf jaar met acuut astma die niet onder controle is met bèta-2-mimetica. Het mogelijke voordeel van deze behandeling moeten we afwegen tegen de risico’s van een te frequente toediening.

Een gewichtsverlies van minstens tien kilogram gedurende één jaar leidt tot een significante daling van het aantal apnoe-episodes bij diabetes type 2-patiënten met obesitas.

Diclofenac bij artrose van de hand

Chevalier P. , Laekeman G.

Minerva 2010 Vol 9 nummer 3 pagina 32 - 33


Deze RCT toont een tijdelijk effect aan (op week zes) van diclofenacgel versus gel zonder diclofenac voor de behandeling van pijn bij artrose van de hand. Ook stijfheid en functionaliteit verbeteren. Het voordeel na méér dan zes weken behandeling of bij recidieven moet nog aangetoond worden. Het lokale gebruik viermaal per dag aan de in deze studie voorgestelde dosis (met bijhorende kostprijs), zal misschien leiden tot enige reserve om deze behandeling voor te schrijven.

Hypertensie: apothekers steken een tandje bij

De Cort P. , De Jonghe M. , Laekeman G.

Minerva 2009 Vol 8 nummer 10 pagina 137 - 137

Maculadegeneratie bij de vrouw: zijn antioxidantia effectief?

Chevalier P. , Laekeman G.

Minerva 2009 Vol 8 nummer 8 pagina 108 - 109


Deze studie toont aan dat bij een groep vrouwen met hoog cardiovasculair risico de regelmatige inname van een supplement met foliumzuur, pyridoxine en cyanocobalamine de incidentie van leeftijdsgebonden maculadegeneratie vermindert.

De apotheker helpt patiënten met hartfalen

Laekeman G.

Minerva 2009 Vol 8 nummer 4 pagina 54 - 54


Deze studie toont de meerwaarde aan van de apotheker in de zorg voor patiënten met hartfalen op het vlak van morbiditeit, maar niet op het vlak van mortaliteit. De haalbaarheid van dergelijke farmaceutische zorg in België moet nog verder onderzocht worden.

Zilverkaars tijdens de menopauze?

Laekeman G.

Minerva 2009 Vol 8 nummer 2 pagina 23 - 23


Uit deze studie blijkt dat het gebruik van zilverkaars gedurende twaalf maanden tijdens de menopauze geen invloed heeft op vaginale cytologie, endometriumdikte, noch op de vrouwelijke hormonale spiegel en de menstruele cyclus. Er was geen effect op vaginale droogte. Daar staat tegenover dat zilverkaarsextract een ernstige auto-immuunhepatitis als ongewenst effect kan hebben.

Minder urineweginfecties met veenbessen?

Laekeman G.

Minerva 2009 Vol 8 nummer 1 pagina 10 - 10


Bij vrouwen met recidiverende urineweginfecties vermindert het gebruik van veenbespreparaten mogelijk het aantal urineweginfecties. Veenbespreparaten hebben in België geen statuut van geneesmiddel en zijn alleen als voedingssupplement geregistreerd.

Apothekers doen mee aan de zorg voor diabetespatiënten

Laekeman G.

Minerva 2008 Vol 7 nummer 6 pagina 94 - 95


Volgens deze systematische review met meta-analyse, leiden farmaceutische adviezen door de apotheker tijdens de begeleiding van patiënten met type 2-diabetes tot een significante daling van HbA1c. Deze daling blijft echter ver verwijderd van een correcte glykemiecontrole. Een effect op harde eindpunten (zoals micro- en macrovasculaire gebeurtenissen) kon niet onderzocht worden.

Wel of geen vitaminen ter bescherming van hart- en bloedvaten bij vrouwen?

Laekeman G.

Minerva 2008 Vol 7 nummer 2 pagina 28 - 29


Deze studie toont aan dat bèta-caroteen, vitamine C en vitamine E, alleen of in combinatie, versus placebo geen betere bescherming geven tegen cardiovasculaire aandoeningen, bij vrouwen na een cardiovasculair accident of met tenminste 3 cardiovasculaire risicofactoren.

Bij mild astma: enkel puffen bij piepen met inhalatiecorticosteroïd en salbutamol?

Laekeman G.

Minerva 2007 Vol 6 nummer 9 pagina 148 - 149


Deze studie toont aan dat een vaste combinatie beclometasondipropionaat (250 µg) + salbutamol (100 µg) volgens noodzaak een gunstiger effect heeft op de ochtendpiekstroom dan salbutamol alleen bij volwassen patiënten met mild persisterend astma en zonder onderhoudsbehandeling. Deze studie heeft belangrijke beperkingen, maar er zijn onvoldoende andere studies. De huidige richtlijnen blijven daarom van toepassing: een goede onderhoudsbehandeling die ook wordt opgevolgd, is nodig voor een een optimale controle van astma.

Invloed van vitamine B6, B12 of foliumzuur op cognitief functioneren: meer rook dan vuur

Laekeman G.

Minerva 2007 Vol 6 nummer 7 pagina 114 - 115


Deze systematische review van het geringe aantal beschikbare studies kan geen gunstig effect aantonen van vitamines B6, of B12 of foliumzuur op het cognitieve functioneren bij ouderen met een normale of verminderde cognitieve functie. De meeste studies zijn klein en van korte duur. Er zijn geen gegevens over een effect op de evolutie naar dementie. Systematisch voorschrijven van deze vitamines bij ouderen ter preventie van cognitieve achteruitgang of dementie is daarom niet aangewezen.

Een telefoontje van de apotheker: levensverlengend?

Laekeman G.

Minerva 2007 Vol 6 nummer 4 pagina 63 - 65


Uit deze studie blijkt dat de mortaliteit van patiënten met polyfarmacie daalt wanneer ze naast de twee- tot viermaandelijkse routinebezoeken bij een arts tussendoor worden opgebeld door een apotheker. In hoeverre dit toepasbaar en kosteneffectief is in ons gezondheidszorgsysteem, dient verder onderzocht te worden.

Editoriaal: Apotheker en patiëntenzorg

De Cort P. , Laekeman G.

Minerva 2007 Vol 6 nummer 1 pagina 1 - 1

Editoriaal: Door trouw aan placebo leef je langer

Laekeman G. , van Driel M.

Minerva 2006 Vol 5 nummer 9 pagina 137 - 137

Zilverkaars tegen menopauzale klachten?

Laekeman G.

Minerva 2006 Vol 5 nummer 6 pagina 99 - 101


Deze studie toont aan dat met extract van zilverkaars (2,5 mg isopropa-nolextract van Actaea racemosa of Cimicifuga racemosa) vergeleken met placebo menopauzale klachten afnemen. Dit effect is echter maar over een periode van drie maanden geëvalueerd. Meer onderzoek is nodig om de optimale dosis en samenstelling van zilverkaarsextract vast te leggen, om de plaats ten opzichte van hormonale therapie te bepalen en om de therapeutische doeltreffendheid en veiligheid op langere termijn te onderzoeken.

Vitaminen en mineralen: geen effect op infecties bij ouderen

Chevalier P. , Laekeman G.

Minerva 2006 Vol 5 nummer 6 pagina 95 - 97


Deze studie toont geen voordeel van de toediening van supplementen met vitaminen en mineralen ter preventie van infecties bij bejaarden. Een meta-analyse van eerdere (kleine) studies, gecorrigeerd in functie van de validiteit van deze studies, kwam tot dezelfde conclusie. De aanbeve-lingen die eerder in Minerva zijn geformuleerd blijven dus ongewijzigd: er is geen onderbouwing voor het toedienen van vitaminen en mineralen ter preventie van infecties bij thuiswonende bejaarden.

Groot hoefblad extract (Petasites) voor migraine?

Laekeman G.

Minerva 2005 Vol 4 nummer 8 pagina 123 - 124


Deze studie besluit dat 150 mg extract van Groot hoefblad (Petasites hybridus) het aantal migraineaanvallen met 45% kan reduceren bij patiënten die minstens twee tot zes aanvallen per maand hebben. Het is echter nog te vroeg om preparaten op basis van Groot hoefblad aan te bevelen in de preventie van migraine. Meer garanties qua veiligheid op lange termijn en grootschaligere en langdurigere studies naar werkzaamheid in de praktijk zijn nodig om de rol van dit extract te bepalen.

Beschermt koffie tegen diabetes?

Laekeman G.

Minerva 2005 Vol 4 nummer 6 pagina 89 - 91


Deze observationele studie besluit dat er een dosisafhankelijke relatie bestaat tussen koffiedrinken en het ontwikkelen van diabetes mellitus type 2. Minstens vijf koppen (vrouwen) of minstens tien koppen (mannen) koffie per dag verlagen de kans op diabetes type 2. Koffiedrinken kan anderzijds het cardiovasculaire risico verhogen.

Beschermt fytotherapie jonge kinderen tegen luchtweginfecties?

Laekeman G.

Minerva 2005 Vol 4 nummer 1 pagina 9 - 11


Deze studie besluit dat een preparaat met echinacea, propolis en vitamine C kinderen tussen één en vijf jaar tegen infecties van de luchtwegen beschermt. Aangezien het om een zeer specifieke groep kinderen gaat kunnen deze resultaten niet worden geëxtrapoleerd. Daarbij komt dat het preparaat in België niet beschikbaar is. Een gelijkaardige studie met een monopreparaat (echinacea) en patiënten die vergelijkbaar zijn met kinderen in de eerste lijn, kan meer duidelijkheid scheppen.

Publiciteit en geneesmiddelengebruik: een sterke band

Laekeman G.

Minerva 2004 Vol 3 nummer 9 pagina 137 - 137

Editoriaal: Het topje van de ijsberg. 'Natuurlijke producten zijn soms ook gevaarlijk'

Laekeman G.

Minerva 2003 Vol 2 nummer 9 pagina 137 - 138

Kan vitaminesuppletie bij bejaarden respiratoire infecties voorkomen?

Laekeman G.

Minerva 2003 Vol 2 nummer 5 pagina 73 - 75


Multivitaminen- en mineralensupplementen of vitamine E zijn niet zinvol ter preventie van respiratoire infecties bij niet-geïnstitutionaliseerde bejaarden zonder voedingsdeficiënties.

Informatie over medicatie: maatwerk

Laekeman G.

Minerva 2003 Vol 2 nummer 5 pagina 71 - 72