Resultaat van de auteur


Numans M.E.
Julius Centrum voor Gezondheidswetenschappen en Eerstelijns Geneeskunde, Universiteit Utrecht
4 artikel(s) - 0 bondige bespreking(en)

Behandeling van H. pylori-negatieve dyspepsie

Numans M.E. , van Driel M.

Minerva 2006 Vol 5 nummer 6 pagina 87 - 89


Deze studie toont aan dat bij patiënten met symptomen van dyspepsie (zonder voorafgaand gastroscopisch onderzoek) en een negatieve H. pylori-test, behandeling met omeprazol 20 mg per dag of ranitidine 150 mg tweemaal daags de symptomen kan verlichten. Na vier weken behandeling is omeprazol superieur aan ranitidine, maar na zes maanden is er geen verschil meer tussen beide behandelingen. Bij ruim de helft van de patiënten zijn na zes maanden de klachten, ondanks behandeling, niet afgenomen. Omeprazol lijkt effectiever te zijn bij patiënten met reflux-achtige klachten. In de praktijk wordt een empirische behandeling met een proton-pompremmer aanbevolen voor patiënten met persisterende refluxachtige dyspeptische klachten, ongeacht hun H. pylori-status. Een H. pylori-test is pas aangewezen als de klachten ondanks behandeling persisteren. Behandeling met omeprazol bij patiënten is in deze studie op langere termijn niet kosteneffectiever dan behandeling met ranitidine. Op basis hiervan kan men na effectieve behandeling met omeprazol weer tijdig ‘terugschakelen’ op ranitidine.

Helicobacter pylori: screenen en eradiceren of afwachten?

Numans M.E.

Minerva 2001 Vol 30 nummer 3 pagina 140 - 141


Op basis van de hier besproken studie in combinatie met andere recente publicaties moet ongericht onderzoek naar H. pylori en behandeling daarvan andermaal worden afgeraden. Als zonder gastroscopie wordt gezocht naar H. pylori-infectie (door serologie of ademtest) met het oog op behandeling ervan bij personen met dyspepsie, dan zou dat uitsluitend in het kader van een gecontroleerd experiment of in een geselecteerde subpopulatie met een hoge kans op een peptisch ulcus moeten gebeuren. Derhalve moet routinematige behan-deling van H. pylori zeker in de huisartsenpraktijk nog steeds uitsluitend zinvol worden ge-acht als behandeling van een (ooit) aangetoond peptisch ulcus.

Helicobacter pylori bij dyspepsie: wel of niet eradiceren?

Numans M.E.

Minerva 1999 Vol 28 nummer 7 pagina 290 - 293


Zoeken naar H. pylori omwille van eventuele behandeling is alleen zinvol bij een peptisch ulcus en bij een MALT-lymfoom. Bij alle andere bij H. pylori aangetroffen pathologie lijkt sprake van niet-oorzakelijke coïncidentie, zodat behandeling van de bacterie beter achterwege kan blijven. Toekomstig onderzoek zal aannemelijk moeten maken bij welke groepen patiënten eradicatie nog meer zinvol is. Op basis van de hier besproken trials kan men aannemen dat "functionele dyspepsie" in de hier gedefinieerde vorm in ieder geval nog geen algemeen geaccepteerde indicatie voor eradicatie van H.pylori is.

Beleid bij helicobacter pylori: de stand van zaken

Numans M.E.

Minerva 1999 Vol 28 nummer 2 pagina 86 - 88


Eradicatie van H. pylori is enkel aangewezen bij een aangetoond peptisch ulcus bij een geïnfecteerde patiënt. Indien bij endoscopie geen ulcus wordt aangetoond, is het verder opsporen en/of behandelen van H. pylori volgens de huidige inzichten omstreden.