Resultaat op trefwoord : 'humaan papillomavirus'


Aantal resultaten : 4 artikel(s) - 2 bondige bespreking(en) - 0 Synthese(s)


Uit deze methodologisch goed uitgevoerde Nederlandse cohortstudie blijkt dat een triage met HPV-test, al dan niet gecombineerd met cytologie, bij HPV-negatieve vrouwen van 40 jaar of ouder toelaat om het screeningsinterval voor de opsporing van cervixkanker uit te breiden tot meer dan 5 jaar. Als de HPV-test positief wordt, mag het screeningsinterval niet langer zijn dan 5 jaar.

Bivalent HPV-vaccin en preventie van cervixkanker

Semaille P.

Minerva 28 06 2012


Deze twee subgroepanalyses van de PATRICIA-studie bevestigen het nut van HPV-vaccinatie tot vier jaar na de vaccinatie op het vlak van preventie van CIN 2 en CIN 3, vooral bij vrouwen die voordien nog niet in contact kwamen met HPV- en vooral voor de letsels veroorzaakt door vaccinserotypes. De opvolging was te kort om de globale impact van een algemene vaccinatie op de incidentie van cervixkanker te kunnen evalueren; de kost/batenverhouding voor België is ook niet gekend.

HPV-detectie doeltreffender dan conventionele cytologie voor cervixkankerscreening?

Baay M. , Verhoeven V.

Minerva 2011 Vol 10 nummer 2 pagina 21 - 22


Deze studie besluit dat primaire HPV-screening méér invasieve kankerletsels voorkomt dan conventionele cytologie. Het gaat echter om kleine absolute aantallen en deze gezondheidswinst gaat ten koste van een verdrievoudiging van het aantal colposcopieën.

HPV-opsporing implementeren in screeningsprogramma’s voor cervixkanker?

Baay M. , Verhoeven V.

Minerva 2008 Vol 7 nummer 6 pagina 92 - 93


Deze studie bij vrouwen ouder dan dertig jaar besluit dat door de implementatie van HPV-detectie in een screeningsprogramma voor cervixkanker het screeningsinterval (reeds vijf jaar in Nederland) verlengd kan worden wanneer de cytologie normaal en de HPV-test negatief zijn. Het gaat hier echter om preliminaire resultaten. In België is het screeningsinterval vastgelegd op drie jaar en wordt enkel een HPV-test uitgevoerd in geval van ASCUS (atypical squamous cells of undetermined significance)-letsels. Zolang er geen studies zijn die het belang van systematische HPV-screening hebben aangetoond, blijft de Belgische aanbeveling geldig.

Screening van cervixkanker: dunnelaag, HPV of PAP?

Smeets F.

Minerva 2004 Vol 3 nummer 4 pagina 55 - 57


Deze studie toont aan dat screening van cervixkanker met behulp van dunnelaagcytologie minder betrouwbaar is dan met een klassiek Papanicolaou-uitstrijkje. Andere studies en een meta-analyse komen tot andere resultaten. Daarbij is er onvoldoende evidentie over de kosten en baten van de dunnelaagtechniek. De WVVH-aanbeveling voor cervixkankerscreening die het gebruik van de klassieke uitstrijktechniek aanbeveelt, blijft dan ook van kracht.

Kosten-batenanalyse van HPV-detectie in cervixkankerscreening

Crott R.

Minerva 2004 Vol 3 nummer 4 pagina 57 - 59


Het optimale gebruik van HPV-detectie in de screening van cervixkanker moet in de context van de Belgische gezondheidszorg nog worden bepaald. Op basis van deze studies uit het buitenland zijn de meest belovende strategieën deze waarbij een suspensiecytologie met een dunnelaagtechniek geassocieerd wordt met een HPV-test tijdens een éénmalig bezoek en volgens verschillende strategieën (HPV-test voor alle patiënten of naargelang het resultaat van de cytologie) met een opsporingsfrequentie van twee jaar tot de leeftijd van 75 jaar. Het systematisch uitvoeren van een HPV-test bij vrouwen jonger dan 30 jaar blijft onderwerp van discussie door de hoge prevalentie van infectie, die in deze leeftijdscategorie echter spontaan afneemt.