Resultaat op trefwoord : 'cardiovasculaire gebeurtenis'


Aantal resultaten : 4 artikel(s) - 6 bondige bespreking(en) - 0 Synthese(s)


Deze systematische review met meta-analyses van goede methodologische kwaliteit toont bij patiënten met type 2-diabetes aan dat de voordelen van gliflozinen (SGLT2-inhibitoren) op vlak van majeure atherosclerotische cardiovasculaire gebeurtenissen alleen van toepassing zijn op patiënten met een vastgestelde atherosclerotische cardiovasculaire aandoening. Gliflozinen leveren wel meer winst op in het verminderen van het aantal hospitalisaties voor hartfalen en op de progressie van de nierziekte, ongeacht het bestaan van een atherosclerotische cardiovasculaire ziekte of een voorgeschiedenis van hartfalen.

Deze systematische review met meta-analyse van de Cochrane Collaboration toont dat er bij 50-plussers bij wie antihypertensiva werden voorgeschreven voor de behandeling van arteriële hypertensie of voor de primaire preventie van hart- en vaatziekten en bij wie de arteriële bloeddruk onder controle is, geen statistisch significant verschil bestaat tussen stopzetting van een antihypertensieve behandeling en de voortzetting ervan op het gebied van totale mortaliteit en het optreden van een myocardinfarct. De kwaliteit van het bewijs, door de auteurs als laag tot zeer laag beschouwd, noopt ons tot het nuanceren van de impact van deze studie op de praktijkvoering. De auteurs zijn zelf van mening dat er geen definitieve conclusies getrokken kunnen worden.

Wittejashypertensie niet zo onschuldig?

De Cort P.

Minerva 01 05 2021


Deze systematische review en meta-analyse van heterogene observationele studies waarvan de grootste studie wegens onnauwkeurige gegevensanalyse ingetrokken werd, suggereert dat niet behandelde wittejashypertensie gecorreleerd is met fatale en niet-fatale cardiovasculaire gebeurtenissen en globale mortaliteit. Met deze studie mogen we een mogelijk cardiovasculair risico van wittejashypertensie dus niet negeren. Meer specifieke risicogroepen zullen gedurende langere tijd opgevolgd moeten worden om hierover echter definitieve conclusies te trekken. Deze studie zegt absoluut niets over het nut van een medicamenteuze antihypertensiebehandeling bij patiënten met wittejashypertensie. Hiervoor zijn correct opgezette RCT’s noodzakelijk.

Meerwaarde van apolipoproteïnen bij de inschatting van het cardiovasculaire risico?

Langlois M.

Minerva 2020 Vol 19 nummer 10 pagina 117 - 121


Deze grootschalige en methodologisch correct uitgevoerde cohortstudie toont aan dat een niet-nuchtere lipidenbepaling van totaal cholesterol en HDL-cholesterol (met kosteloze berekening van non-HDL-cholesterol) bij personen met een laag risicoprofiel, waaronder de afwezigheid van cardiovasculair lijden in de voorgeschiedenis, voldoende accuraat is om het risico op fatale en niet-fatale cardiovasculaire gebeurtenissen in te schatten. Toevoeging van apolipoproteïnen en gemeten of berekend LDL-cholesterol heeft geen meerwaarde bij de meeste personen. Mogelijks bestaat er een subgroep van patiënten met meerdere cardiometabole risicofactoren zoals obesitas en diabetes, waarbij apoB-lipoproteïnen nuttig kunnen zijn om het atherosclerotisch cardiovasculair risico nauwkeuriger te identificeren maar dit vraagt verder onderzoek.

In deze retrospectieve studie, uitgevoerd in Frankrijk, op basis van administratieve gegevens bij patiënten van 75 jaar oud die regelmatig statines innamen op het moment van inclusie, was het stoppen van statines geassocieerd met een verhoogd risico van opname voor een cardiovasculaire gebeurtenis (+33%). Deze studieopzet laat niet toe om de effectiviteit van statines in primaire preventie bij patiënten ouder dan 75 jaar te bevestigen en nog minder om het opstarten van statines aan te moedigen. De resultaten suggereren echter wel dat de stopzetting van statines met voorzichtigheid overwogen moet worden en dat deze stopzetting gepaard gaat met een toename van cardiovasculaire gebeurtenissen. Een gerandomiseerde studie is nodig om een besluit te kunnen formuleren.

Deze nieuwe RCT toont aan dat bij patiënten die een drug eluting stent kregen, duale antiplaatjestherapie (DAPT) bestaande uit aspirine (80 tot 200 mg/d) in combinatie met een P2Y12-antagonist (clopidogrel of prasugrel) gedurende 1 maand, gevolgd door een antiplaatjestherapie met clopidogrel (75 mg/d), niet inferieur was aan een DAPT (aspirine + clopidogrel) gedurende 12 maanden op vlak van cardiovasculaire gebeurtenissen en bloedingen. Verschillende vormen van methodologische bias maken deze conclusies echter twijfelachtig en laten niet toe om het debat over de optimale duur van DAPT na percutane coronaire revascularisatie met een drug eluting stent kort te sluiten.

Deze systematische review met meta-analyse van goede methodologische kwaliteit toont aan dat deze drie recente studies geen nieuwe argumenten aandragen om het gebruik van aspirine in de primaire preventie van cardiovasculaire aandoeningen te onderbouwen.

Subklinische hypothyreoïdie behandelen?

Poelman T.

Minerva 2019 Vol 18 nummer 4 pagina 40 - 43


Deze methodologisch goed opgezette systematische review met meta-analyse van gecontroleerde gerandomiseerde studies met een globaal laag risico van bias toont aan dat substitutietherapie met schildklierhormoon bij niet-zwangere patiënten met subklinische hypothyreoïdie en milde tot matige symptomen van hypothyreoïdie niet leidt tot een verbetering van algemene levenskwaliteit of een vermindering van schildkliergerelateerde symptomen.

Is een medicamenteuze bloeddrukbehandeling effectief na TIA of CVA?

De Cort P.

Minerva 2019 Vol 18 nummer 4 pagina 44 - 47


Deze systematische review met meta-analyse van de Cochrane Collaboration toont aan dat een medicamenteuze bloeddrukbehandeling na het doormaken van een TIA of CVA de kans op CVA-recidief en op vasculaire sterfte reduceert. Uit subgroepanalyses blijkt dat het effect enkel statistisch significant is bij patiënten met een hogere initiële systolische bloeddruk (>140 mmHg) en wanneer gekozen wordt voor een diureticum of een ACE-inhibitor. Het nut en de veiligheid van een intensieve bloeddrukbehandeling (met streefwaarde voor systolische bloeddruk lager dan 125 tot 130 mmHg) kan niet aangetoond worden.

Deze systematische review en meta-analyse van placebo- en ‘geen behandeling’- gecontroleerde studies bij patiënten met ongecompliceerde hypertensie bevestigt nogmaals de hoge kwaliteit van bewijs voor het nut van een lage dosis thiazide-diuretica als primaire cardiovasculaire preventie. Toekomstig vergelijkend onderzoek met antihypertensiva zonder een lage dosis diuretica in een van de onderzoeksarmen is daarom niet langer te verantwoorden.