Resultaat op trefwoord : 'gonartrose'


Aantal resultaten : 27 artikel(s) - 13 bondige bespreking(en) - 0 Synthese(s)

Een licht of intensief oefenprogramma voor gonartrose?

Rombouts J.J. , De Jonghe M.

Minerva 17 04 2024


Ondanks enkele beperkingen is deze gerandomiseerde gecontroleerde superioriteitsstudie, uitgevoerd in de ambulante setting in Noorwegen en Zweden van goede methodologische kwaliteit. Ze draagt echter geen argumenten aan voor de superioriteit van een intensief oefenprogramma boven een lichter oefenprogramma om de pijn te verminderen en het functieherstel te verbeteren bij patiënten met gonartrose én met pijn en functiebeperking sinds minstens 3 maanden. De resultaten tonen wel een significante verbetering op het vlak van functioneren in sport en vrije tijd. Het effect is echter gering en slaat op slechts één domein van een meer globale score.

Voor patiënten die een totale knieprothese ondergingen toont deze gerandomiseerde gecontroleerde studie met een weinig transparante methodologie aan dat telerevalidatie thuis via een smartphone-app en tweewekelijkse supervisie de scores voor bewegingsbereik, functionaliteit en kwaliteit van leven op middellange termijn lichtjes kan verbeteren in vergelijking met zelfstandige thuisrevalidatie en 3 opvolgbezoeken. Dit geringe resultaat moet worden gezien in het licht van de resultaten van andere studies die besluiten dat telerevalidatie niet inferieur is aan conventionele ambulante kinesitherapie. Telerevalidatie na een totale knieprothese kan als een alternatief worden beschouwd op voorwaarde dat de patiënt de app begrijpt en correct gebruikt.

Online yoga effectief voor patiënten met knieartrose?

Van Cauwenbergh S.

Minerva 2023 Vol 22 nummer 6 pagina 127 - 130


Deze pragmatische RCT met een belangrijk risico van selectie- en detectiebias toont aan dat een online ongesuperviseerd yogaprogramma in vergelijking met een controlegroep die alleen online educatie krijgt, een tijdelijk statistisch significant effect heeft op de verbetering van de fysieke functionaliteit maar niet op pijnreductie bij patiënten met knieartrose. Dit effect werd bovendien niet behouden op 24 weken en bereikte de klinisch relevante drempel niet. Deze studie kan het gebruik van yoga bij knieartrose dus niet onderbouwen.

Deze meta-analyse van goede methodologische kwaliteit levert bijkomend bewijs dat viscosupplementatie voor de behandeling van gonartrose geen significant klinisch voordeel oplevert en patiënten blootstelt aan een verhoogd risico van ernstige ongewenste effecten

Uit deze methodologisch goed opgezette RCT met een follow-up van 5 jaar blijkt dat bij patiënten tussen 45-70 jaar, die zich aanmelden met een via MRI bevestigde degeneratieve, symptomatische meniscusscheur op vlak van kniefunctie oefentherapie niet inferieur is aan partiële meniscectomie via artroscopie. We kunnen niet met zekerheid bevestigen dat kinesitherapie voor deze indicatie niet minder doeltreffend is dan artroscopie omdat bijna 1/3 van de patiënten in de kinesitherapiegroep tijdens de follow-up een chirurgische behandeling onderging, via artroscopie of een meer invasieve procedure.

Pijnbehandeling bij knie- en heupartrose: moet men opioïden verbannen?

Rombouts J.J. , De Jonghe M.

Minerva 2022 Vol 21 nummer 3 pagina 50 - 53


Deze systematische review met netwerkmeta-analyse vertoont methodologische beperkingen die inherent zijn aan deze studieopzet. De resultaten suggereren dat topische NSAID's (diclofenac 70-81 mg/dag) werkzaam zijn tegen pijn bij knie- en heupartrose, zonder significante ongewenste effecten en met optimale therapietrouw. Orale NSAID's (diclofenac 150 mg/dag) en coxibs (etoricoxib 60 mg/dag) lijken de beste resultaten te geven op het gebied van werkzaamheid op pijn en functioneren. Langdurig gebruik wordt niet aanbevolen en het gebruik is beperkt in geval van comorbiditeit. Opioïden hebben geen enkele plaats in deze behandeling, noch qua klinische werkzaamheid, noch qua veiligheid.

Deze uitgebreide systematische review en meta-analyse van goede methodologische kwaliteit toont aan dat SNRI’s bij rugpijn en knieartrose de pijn verlichten en het functioneren verbeteren maar de bewijskracht hiervoor is matig tot laag. Alleen voor de verlichting van pijn bij knieartrose is een klinisch relevant effect niet uitgesloten. Voor zowel SNRI’s als voor TCA’s kan er een klinisch relevant gunstig effect op ischiaspijn aangetoond worden, maar ook hier is de bewijskracht laag tot zeer laag. Het onzekere effect op pijn en functioneren van SNRI’s en TCA’s moet zeker afgewogen worden ten opzichte van de acceptabiliteit, de tolerantie en de veiligheid van deze moleculen.

Curcuma als behandeling voor knieartrose?

Laekeman G.

Minerva 01 07 2021


In deze methodologisch correct uitgevoerde dubbelblinde gerandomiseerde gecontroleerde studie met een beperkt aantal patiënten bleek een preparaat met Curcuma longa wortel na drie maanden werkzamer te zijn dan placebo om pijn bij artrose van de knie te verminderen. De klinische relevantie van het pijnstillend effect is echter sterk twijfelachtig. Uitgebreider klinisch onderzoek met duidelijk gedefinieerde preparaten is noodzakelijk om de plaats van Curcuma longa in de behandeling van artrose te bepalen.

Deze methodologisch correct opgezette pragmatische RCT toont aan dat bij een populatie van middelbare leeftijd met matige knieartrose de klachten na 1 jaar statistisch significant (maar niet klinisch relevant) meer verbeterden met 12 sessies kinesitherapie waarbij de focus op oefeningen lag dan met 2 tot 3 infiltraties met corticosteroïden.

Deze pragmatische gerandomiseerde gecontroleerde studie van 12 maanden, van goede methodologische kwaliteit, bij patiënten met chronische niet-kankerpijn toont geen superieure effectiviteit van opioïden voor pijngebonden functioneren noch voor pijnintensiteit. De ongewenste effecten zijn significant frequenter aanwezig in de opioïdengroep.

Deze RCT is methodologisch correct opgezet. Trimestriële intra-articulaire infiltraties met triamcinolon gedurende 2 jaar hebben versus injecties met een zoutoplossing niet alleen geen significant verzachtend effect op kniepijn, maar veroorzaken ook meer kraakbeenverlies.

Paracetamol als eerste keuze pijnstiller in vraag gesteld?

Chevalier P.

Minerva 2016 Vol 15 nummer 9 pagina 235 - 239


Deze systematische review met meta-analyses van goede methodologische kwaliteit laat niet toe aan zorgverleners om de plaats te bepalen van paracetamol versus placebo als behandeling van nekpijn en chronische lagerugpijn, omdat voor deze pathologieën geen studies geïncludeerd konden worden. Voor de behandeling van artrose van knie en heup (in de studies werden beide pathologieën gegroepeerd) lijkt het nut van paracetamol versus placebo op korte termijn (zeer) gering, en het effect versus andere behandelingen (niet-medicamenteuze, NSAID’s) komt in deze publicatie niet aan bod.

Deze goed opgezette dubbelblinde RCT besluit dat glucosamine + chondroïtine (respectievelijk 400 + 500 mg driemaal per dag) niet inferieur is aan celecoxib (200 mg per dag) bij patiënten met radiologisch bevestigde en ernstig pijnlijke gonartrose. Door de keuze van de comparator (celecoxib) en de keuze voor glucosamine en chondroïtine in combinatie- in plaats van in monotherapie kunnen we de resultaten van deze studie klinisch niet interpreteren.

Valgus kniebrace voor osteoartrose van de knie

Robays J.

Minerva 2016 Vol 15 nummer 3 pagina 64 - 67


Deze systematische review met meta-analyse besluit dat valgus braces voor de behandeling van gonartrose mogelijk een klein tot matig effect hebben op pijn en functionaliteit. De studies waren echter van lage methodologische kwaliteit en het is maar zeer de vraag of het effect klinisch relevant is. Gezien het geringe positieve effect, zou de balans wel eens naar de andere kant kunnen omslaan, als we rekening houden met de mogelijke beperkte maar niet levensbedreigende ongewenste effecten. Als je GRADE hier toepast, zal het niveau van bewijskracht eerder laag tot zeer laag zijn.

Een corticosteroïdinfiltratie twee weken vóór de start van oefentherapie doet het effect van oefentherapie op pijn en functioneren niet toenemen. Het nut van oefentherapie wordt door deze studie wel bevestigd.

Nut van orale of transdermale toediening van opioïden voor de behandeling van knie- of heupartrose?

Fraipont B. , De Jonghe M.

Minerva 2016 Vol 15 nummer 1 pagina 21 - 24


Deze systematische review met meta-analyse is van goede methodologische kwaliteit en toont aan dat orale en transdermale opioïden (behalve tramadol dat niet opgenomen was in deze analyse) in vergelijking met placebo of geen behandeling geen klinisch relevant effect hebben op pijn en functionele capaciteiten bij patiënten met artrose van knie of heup. Het risico van ongewenste effecten en van opioïdenafhankelijkheid neemt echter toe.

Welk type lichamelijke oefening kiezen voor knieartrose?

Van de Velde S.

Minerva 2015 Vol 14 nummer 2 pagina 20 - 21


Op basis van deze meta-analyse van heterogene studies kunnen we bevestigen dat de verschillende types van oefentherapie in vergelijking met een controlegroep zonder oefeningen op een statistisch significante manier de pijn verlichten en het functioneren verbeteren. Op basis van de meta-regressie lijkt het erop dat men hierbij beter focust op één type van oefeningen, alhoewel de superioriteit van één specifiek oefenprogramma nog niet bewezen is.

Oefenprogramma's voor artrose van de onderste ledematen

Van de Velde S.

Minerva 2014 Vol 13 nummer 4 pagina 43 - 44


Deze netwerk meta-analyse van heterogene studies besluit dat sommige vormen van oefentherapie effectief zijn voor pijnverlichting en functieverbetering bij patiënten met artrose in de onderste ledematen. Omdat er te weinig studies zijn die verschillende vormen van oefentherapie direct met elkaar vergelijken kunnen we nog steeds geen uitspraak doen over welke vorm van oefentherapie het meest effectief is op het vlak van pijnverlichting en functieverbetering bij knie-en heupartrose.

Lokale NSAID’s: het nut van diclofenac bevestigd

La rédaction Minerva

Minerva 15 09 2013


Deze systematische review bevestigt het mogelijke nut van de lokale toepassing van diclofenac 4 maal per dag gedurende 8 tot 12 weken voor de behandeling van gonartrose en artrose van de hand. De werkzaamheid is dezelfde als deze van diclofenac in orale vorm, maar de lokale toepassing heeft een beter (gastro-intestinaal) veiligheidprofiel. Over de andere NSAID’s voor lokaal gebruik kunnen we geen uitspraak doen, omdat het niveau van deze gegevens niet volstond.

Welke vorm van kinesitherapie voor gonartrose?

Henrard G.

Minerva 2013 Vol 12 nummer 7 pagina 84 - 85


Deze systematische review toont aan dat onder verschillende kinesitherapeutische interventies in de ambulante praktijk aërobe oefeningen, versterkende oefeningen, training van de propriocepsis en ook ultrasonografie een beperkt positief effect hebben op de pijn door gonartrose bij volwassenen. Het niveau van bewijskracht is echter zwak en de resultaten zijn moeilijk te extrapoleren.

Acupunctuur voor chronische pijn?

Belche J.L.

Minerva 2013 Vol 12 nummer 5 pagina 58 - 59


Deze systematische review met meta-analyse van individuele patiëntgegevens suggereert dat acupunctuur, bij evaluatie op zeer variabele tijdstippen (1 tot 24 maanden), een effectieve behandeling is van nek- en rugpijn, gonartrose of hoofdpijn in vergelijking met een controlebehandeling zonder acupunctuur en in mindere mate in vergelijking met sham-acupunctuur. De kenmerken van de geïncludeerde patiënten zijn niet vermeld en in vergelijking met een controlebehandeling zonder acupunctuur is het aantal patiënten met respons op acupunctuur (minstens 50% pijnvermindering) beperkt (20% meer). We moeten ook rekening houden met de individuele kost van deze interventie.

Viscosupplementatie bij knieartrose

Bellemans J.

Minerva 28 04 2013


Deze meta-analyse toont dat viscosupplementatie slechts een beperkt effect heeft op de pijn en de functionaliteit bij knieartrose en gepaard gaat met een verhoogd risico van ernstige ongewenste effecten.

Handel en wandel van glucosamine en co.

Laekeman G. , Poelman T.

Minerva 28 03 2011


Ook deze netwerk meta-analyse kan geen klinisch relevant effect aantonen van glucosamine en/of chondroïtine voor de behandeling van knie-en heupartrose.

Deze meta-analyse vergelijkt het effect van intra-articulaire toediening van hyaluronzuur met corticosteroïden. De geïncludeerde studies zijn echter van onvoldoende methodologische kwaliteit, zodat de besluiten weinig betrouwbaar zijn. Momenteel kunnen we besluiten dat intra-articulaire injecties met hyaluronzuur of corticosteroïden geen voordeel bieden in de praktijk.

Chondroïtine en gonartrose

Chevalier P.

Minerva 2009 Vol 8 nummer 8 pagina 119 - 119


Wanneer we rekening houden met alle literatuur, beschikken we nog steeds niet over betrouwbaar bewijs dat chondroïtine werkzaam is bij gonartrose, onder meer op de evolutie van de gewrichtsruimte en vooral op het vlak van een klinisch relevante effectgrootte.

Artroscopische chirurgie voor gonartrose?

Rombouts J.J.

Minerva 2009 Vol 8 nummer 7 pagina 90 - 91


Deze studie toont aan dat artroscopische chirurgie voor gonartrose zonder majeur meniscusletsel geen winst oplevert voor de patiënt in vergelijking met een medicamenteuze behandeling en oefeningen.

Glucosamine en/of chondroïtine, en gewrichtsruimte

Chevalier P.

Minerva 2009 Vol 8 nummer 3 pagina 40 - 40


De GAIT-studie toont aan dat er geen klinisch significant effect is van glucosamine, chondroïtine of de associatie van beiden op de evolutie van de gewrichtsruimte van de knie in het geval van knie-artrose.

Lokaal of oraal ibuprofen: de keuze van de patiënt?

Chevalier P.

Minerva 2008 Vol 7 nummer 5 pagina 80 - 80


Het in rekening brengen van overtuigingen, bezorgdheden en verwachtingen van patiënten over hun behandeling is essentieel bij de beslissing om een behandeling al dan niet te starten. Denken we hierbij aan de perceptie van de patiënt over de effectiviteit van deze behandeling. De tolerantie van patiënten en/of hun aanvaarding/banalisering van ongewenste effecten bij een behandeling die zij als voordelig aanzien, moet ons ertoe aanzetten om ongewenste effecten nauwgezetter te bewaken.

Lokaal of oraal ibuprofen voor pijnlijke knieartrose?

Chevalier P.

Minerva 2008 Vol 7 nummer 4 pagina 62 - 63


Deze studie met talrijke methodologische tekortkomingen, toont aan dat er voor een geselecteerde patiëntengroep met kniepijn en zonder risico van complicaties met NSAID’s, geen verschil is in effectiviteit tussen een orale en een lokale behandeling met NSAID’s. In deze studie is er ook voor beide behandelingen na één jaar geen voordeel op de gemiddelde WOMAC-score (pijn, ankylose, functionaliteit en globale evaluatie) ten opzichte van de beginwaarde.

Deze meta-analyse toont aan dat bij obesitaspatiënten met knieartrose, gewichtsreductie hun functionele klachten significant zal doen dalen. De gepoolde pijnreductie is echter klinisch niet relevant en er is geen algemene verbetering van de klachten (de Lesquesne index). Verder onderzoek naar de (langetermijn) effecten van gewichtsreductie bij obese patiënten met knieartrose is noodzakelijk.

Chondroïtine voor gonartrose of coxartrose

Chevalier P.

Minerva 2007 Vol 6 nummer 8 pagina 130 - 131


Deze goed opgezette meta-analyse toont aan dat er geen bewijs is dat chondroïtine (oraal of intramusculair) de pijn reduceert bij patiënten met artrose van de knie of de heup. De klinische heterogeniteit van de geïncludeerde studies is groot en maakt het niet mogelijk om een andere dan een hypothetische conclusie te trekken voor alle studies tezamen. Het gepoolde effect van alle RCT’s van goede methodologische kwaliteit (concealment of allocation, intention to treat analyse) toont geen significant gunstig resultaat ten voordele van chondroïtine.

Topische NSAID's bij artrose

Chevalier P.

Minerva 2007 Vol 6 nummer 6 pagina 101 - 101

Glucosamine en/of chondroïtine voor gonartrose?

Chevalier P.

Minerva 2006 Vol 5 nummer 9 pagina 148 - 150


Deze studie toont aan dat bij patiënten met gonartrose behandeling met glucosamine, chondroïtine of de combinatie van beide niet effectiever is tegen kniepijn dan een placebo. De placeborespons is zeer hoog: 60% van de patiënten ervaart een belangrijke pijnreductie met placebo. Niet-medicamenteuze behandelingen (bewegen, oefentherapie) en paracetamol blijven eerste keus in de behandeling van gonartrose.

Acupunctuur bij gonartrose

Kacenelenbogen N. , Vanwelde C.

Minerva 2006 Vol 5 nummer 4 pagina 66 - 67


Deze studie toont aan dat bij patiënten met gonartrose een behandeling met traditionele acupunctuur of ‘minimale’ acupunctuur (waarbij naast de traditionele acupunctuurpunten wordt geprikt) op korte termijn (acht weken) een betere reductie van pijn en betere functionaliteit geeft dan geen behandeling (wachtlijst). Na een jaar is er geen verschil meer met de wachtlijstgroep. Op basis van de beschikbare evidentie is het niet mogelijk om een uitspraak te doen over de eventuele plaats van acupunctuur ten opzichte van andere behandelingen voor gonartrose.

Intra-articulair hyaluronzuur bij gonartrose

van Driel M.

Minerva 2006 Vol 5 nummer 3 pagina 44 - 46


Deze zorgvuldig uitgevoerde meta-analyse besluit dat er geen onderbouwing is voor een klinisch relevant effect van intra-articulaire infiltraties met hyaluronzuur vergeleken met placebo. Eerder werd in Minerva gewezen op de afwezigheid van een duidelijke meerwaarde ten opzichte van NSAID’s, en een vergelijking met paracetamol of niet-medicamenteuze behandeling ontbreekt. Onze conclusie blijft daarom dat er momenteel geen plaats is voor hyaluronzuurpreparaten in het behandelingsalgoritme van patiënten met gonartrose.

Zijn corticoïdinfiltraties effectief bij gonartrose?

Poelman T.

Minerva 2006 Vol 5 nummer 3 pagina 42 - 44


Deze meta-analyse van kleinschalige en klinisch sterk heterogene studies in het hospitaal toont aan dat intra-articulaire infiltraties met corticosteroïden bij patiënten met gonartrose versus placebo gedurende één week verbetering geven van de pijn. Er is onvoldoende evidentie voor een effect op lange termijn. Gegevens over veiligheid ontbreken. Op basis van de momenteel beschikbare evidentie is er daarom geen plaats voor intra-articulaire corticosteroïdinfiltraties in de behandeling van gonartrose in de eerste lijn.

Effect van NSAID’s bij artrose van de knie

Chevalier P.

Minerva 2005 Vol 4 nummer 7 pagina 117 - 118


Deze meta-analyse komt tot de conclusie dat bij patiënten met symptomatische knieartrose selectieve of niet-selectieve (coxibs) NSAID’s geen klinisch significante reductie van de pijn geven. De eerstekeuzebehandeling blijft paracetamol aan voldoende hoge dosis. De coxibs zijn niet effectiever dan niet-selectieve NSAID’s en hebben geen beter veiligheidsprofiel, met name op middellange en lange termijn.

Zijn hyaluronzuurinfiltraties effectief bij gonartrose?

Luyten F.P.

Minerva 2003 Vol 2 nummer 8 pagina 130 - 132


In deze studie besluit men dat hyaluronzuurinfiltraties even effectief zijn als NSAID’s bij patiënten met gonatrose. Dit staat echter in contrast met de resultaten van andere studies. Gezien het gebrek aan overtuigende superioriteit over placebo en de vrij hoge kostprijs, is er nog geen vaste plaats voor hyaluronzuurpreparaten in het behandelingsalgoritme van patiënten met gonartrose.

Coxibs versus paracetamol bij gonartrose

van Driel M.

Minerva 2003 Vol 2 nummer 8 pagina 122 - 123


Uit deze studie blijkt dat rofecoxib in hoge dosis (25 mg/dag) effectiever is dan paracetamol (4 g/dag) bij artrose. De relevantie van het gevonden verschil is echter nog onduidelijk en dient in verder onderzoek te worden aangetoond. Bij de aanpak van gonartrose zijn oefentherapie en behandeling met paracetamol nog altijd de eerste keus. In tweede instantie kan men beginnen met NSAID’s in de laagste effectieve dosering. De meerwaarde van coxibs over de klassieke NSAID’s bij artrosepatiënten in het algemeen is nog onvoldoende onderbouwd.

Artroscopie bij knieartrose?

Bellemans J.

Minerva 2003 Vol 2 nummer 2 pagina 26 - 27


Ondanks de methodologische tekortkomingen toont deze studie aan dat een routinematig uitgevoerde artroscopische interventie bij een patiënt met artrose van de knie niet zinvol is. Dit wordt best voorbehouden voor acute verwikkelingen zoals hydrops of losgekomen fragmenten.