Resultaat op trefwoord : 'executieve functie'


Aantal resultaten : 4 artikel(s) - 0 bondige bespreking(en) - 0 Synthese(s)


Deze methodologisch correct uitgevoerde systematische review met meta-analyses toont aan dat diverse niet-medicamenteuze multidomeininterventies bij personen met MCI een beter effect hebben op algemeen cognitief functioneren en specifieke cognitieve functies (zoals executieve functies, geheugen en verbale vlotheid) in vergelijking met enkelvoudige interventies. De effectgrootte was echter telkens klein tot matig, waardoor de klinische relevantie onduidelijk is. Door de belangrijke mate van heterogeniteit laat de studie evenmin toe om een optimale samenstelling en duur van multidomeininterventies te bepalen.

Verband tussen de consumptie van ultrabewerkte voeding en cognitieve achteruitgang?

Van Den Broecke N.

Minerva 2023 Vol 22 nummer 8 pagina 180 - 183


Deze grootschalige multicenter prospectieve cohortstudie, uitgevoerd bij Braziliaanse ambtenaren, suggereert dat de consumptie van ultrabewerkte voeding in beperkte mate samenhangt met een snellere cognitieve achteruitgang, na correctie voor belangrijke sociodemografische, klinische en aan leefstijl gerelateerde confounders. In afwachting van methodologisch correct opgezette studies in een Europese context is het raadzaam om een hoge consumptie van ultrabewerkte voeding te ontmoedigen.

Heeft regelmatige lichaamsbeweging een gunstig effect op ADHD bij kinderen en adolescenten?

Blause S. , Léonard F. , Durieux N.

Minerva 2023 Vol 22 nummer 7 pagina 161 - 164


Deze systematische review met meta-analyses suggereert ondanks talrijke methodologische beperkingen dat een interventie gebaseerd op regelmatige lichaamsbeweging voordelig zou kunnen zijn bij patiënten met ADHD dankzij een vermindering van de belangrijkste symptomen en een verbetering van de executieve functies.

Deze Chinese open-label gerandomiseerde gecontroleerde studie met geblindeerde effectbeoordelaars toont aan dat een programma van visuele kunstexpressie gecombineerd met verhalen vertellen (storytelling) bij oudere personen met milde cognitieve achteruitgang (MCI) niet leidt tot een verbetering van het globale cognitieve functioneren in vergelijking met puzzelactiviteiten in groep. Er is wel een verbetering ten opzichte van gebruikelijke activiteiten (zonder bijkomende interventie), zowel voor wat betreft algemeen cognitief functioneren, als bepaalde specifieke cognitieve functies (kortetermijngeheugen, aandacht, executieve functies en taal), depressie en angst, zowel op korte als lange termijn (6 maanden na interventie). De klinische relevantie van deze resultaten zijn niet duidelijk. Correct opgezette studies in Westerse populaties die kijken naar een klinisch relevant effect van kunst en storytelling, zowel in combinatie als afzonderlijk, zijn nodig.